leidenmedievalistsblog

6 jaar Leiden Medievalists Blog en de tentoonstelling ‘Het jaar 1000’

6 jaar Leiden Medievalists Blog en de tentoonstelling ‘Het jaar 1000’

13 oktober 2023: het Rijkmuseum voor Oudheden opent de tentoonstelling ‘Het jaar 1000’ en het Leiden Medievalists Blog viert haar zesde verjaardag. Aan de hand van topstukken uit de tentoonstelling blikt de huidige redactie terug op meer dan 160 blogs over de Middeleeuwen.

Een bijzonder moment: precies zes jaar geleden op vrijdag 13 oktober verschenen de eerste artikelen op Leiden Medievalists Blog: over tempeliers, middeleeuwse 'zombies', en gelukszwijntjes. Inmiddels zijn we 160 blogartikelen verder. Vrijwel tegelijkertijd opent het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden een gloednieuwe tentoonstelling over Nederland in het jaar 1000. Voor Leidse mediëvisten dus een dubbel feestje. Aan de hand van hun persoonlijke favoriete topstukken uit de nieuwe RMO-tentoonstelling blikken de vier huidige redacteurs van het blog terug op zes jaar Leiden Medievalists Blog. Welke thema's en onderwerpen komen aan bod in de Leidse mediëvistiek?

Jip Barreveld (redacteur 2019-); Evangeliarium van Egmond

Het Evangeliarium van Egmond is een bijzonder boekwerk en een topstuk van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. De geschreven inhoud is an sich niet het meest interessante aan dit werk, het gaat namelijk om de vier evangeliën, de Bijbelse verhalen over het leven en de dood van Jezus. Die werden in dit manuscript opgeschreven in de West-Frankische stad Reims in de negende eeuw, overigens een belangrijke bisschopszetel in die tijd en een centrum van de ‘Karolingische renaissance’.

Fol 214v, afbeelding uit het Evangelarium van Egmond, met Dirk II en Hildegard leggen het Evangelarium op het altaar van de abdijkerk in Egmond. Bron: Koninklijke Bibliotheek.


In de loop van de negende of tiende eeuw kwam het boek terecht in het betrekkelijk jonge en nog ontwikkelende graafschap Friesland (Frisia). In die tijd was het toekomstige Holland een drassig en lichtbevolkt landschap, met hier en daar een bescheiden nederzetting, veelal gebouwd van hout. Het moest dus heel bijzonder geweest zijn toen Graaf Dirk II omstreeks het jaar 975 de abdijkerk van Egmond liet herbouwen van hout in steen. De investering in dit kostbare bouwmateriaal moest symbool hebben gestaan voor zijn devotie, maar toonde ook de ambitie van het grafelijk huis. Trots schonken graaf Dirk en zijn vrouw Hildegard dit evangeliarium aan de abdij, te zien op een versiering in het boek zelf. Hiermee komen wij oog in oog te staan met de oudste afbeelding van Nederlanders, Dirk en Hildegarde, maar ook met de oudste afbeelding van een Nederlands gebouw, de abdijkerk zelf. De abdij was op haar beurt weer een centrum van waaruit het omliggende landschap de komende eeuwen zou worden ontgonnen, tot uiteindelijk een van de meest bevolkte, rijke en stedelijke gebieden van laatmiddeleeuws Europa. Je zou dus kunnen stellen dat deze afbeelding daarmee symbool staat voor de ontwikkeling van het oud-Hollandse landschap.

Om de Middeleeuwen te begrijpen proberen mediëvisten vaak te achterhalen hoe het landschap, de bebouwde omgeving en de architectuur van die tijd eruit zag. Op onze blog gaat het daar dan ook vaak over. Zo heb ik zelf eerder een vergelijkbaar verhaal geschreven over de betekenis van steenbouw en hoe het houten kapelletje van St. Servaas in Maastricht werd vervangen door een stenen ‘tempel’. Of überhaupt hoe een vroegmiddeleeuwse stad, zoals Keulen, eruit zag. Waarom aquaducten een strategisch zwaktepunt zijn in de vroegmiddeleeuwse stad. En hoe Merovingische paleizen eruit zagen. Ben je meer geïnteresseerd in de Late Middeleeuwen, dan kun je terecht bij de blogs van Roos van Oosten, over de vleesindustrie en textielnijverheid in Leiden bijvoorbeeld, of over watermanagement in Brugge. Ook Elizabeth den Hartog gebruikt een geïllustreerd manuscript om meer te leren over het middeleeuws landschap, namelijk het landgoed van de landheer Jan van Pamele. De liefhebber van kerkarchitectuur kan bij haar blogs terecht; zoals sculpturen die aan de kerk knagen, gendersegregatie op de kerkvloer, een verdwenen kerk; en een begraven Godsbeeld in Zutphen. Peter-Alexander Kerkhof heeft geschreven over middeleeuws duinconservatie en over middeleeuwse steden in videogames. Voor wie verder weg van huis wil, die kan lezen over langetermijnperspectieven op het Engelse landschap of over kruisvaarderskastelen in Griekenland.

Luister ook onze Nederlandstalige podcast over kastelen; waren die echt zo donker en vies?

Marlisa den Hartog (mede-oprichter; redacteur 2017-2021; 2023-)

Detail van zijde met leeuwen, 900-1000. Collectie: Schatkamer Sint-Servaasbasiliek Maastricht (inventarisnummer SSS1137). Foto: Kleon3
Dit stuk zijde met een vrolijk grijnzende leeuw, is afkomstig uit de de schatkamer van de Sint Servaasbasiliek. Het is gevonden in een rijkversierde kist waarin de stoffelijke resten van de heilige Sint Servatius werden bewaard, samen met nog een heleboel andere fragmenten van kostbaar textiel. De schatkamer van de Sint-Servaasbasiliek bezit een van de belangrijkste textielschatten uit de periode rond het jaar 1000. Dit textiel werd gebruikt om relieken in te wikkelen. De stof met de leeuw is in de tiende eeuw gemaakt, op een plek ergens ver van de basiliek in Maastricht vandaan, in Centraal-Azië. Ook de andere stukken stof hebben een lange reis afgelegd. Kijk bijvoorbeeld eens naar dit reliekenbuideltje met een pauw afkomstig uit het Byzantijnse rijk. Het werd gevonden in het borstkruis van Sint-Servaas dat in de elfde eeuw door keizer Hendrik III aan de basiliek werd geschonken. Voor de relieken van heiligen zoals Servatius was alleen het kostbaarste textiel goed genoeg - ook als dat van duizenden kilometers ver moest komen.

Voor de liefhebber van middeleeuws Europa biedt het Leiden Medievalists Blog een keur aan artikelen - van Ierland tot Transsylvanië en van Noorwegen tot Italië - maar de middeleeuwse wereld was natuurlijk veel groter dan dat. Waan je een eigentijdse Ibn Battuta, en laat je door de artikelen van onze Leidse experts meevoeren door het Afrika en Azië van de middeleeuwen. Begin bijvoorbeeld met een verhaal waarin Egyptische monniken de hoofdrol spelen: niet als wereldvreemde kluizenaars, maar als handelaars, reizigers en penvrienden. Of laat je rondleiden door een kathedraal uit middeleeuws Nubië, diep verborgen onder het wateroppervlak. Vergaap je daarna aan de middeleeuwse robots waarmee de Abassidische kalief de bezoekers van zijn hof in Bagdad imponeerde, of verdiep je in de vorstenspiegel van de Chinese keizer Taizong, of de rechtspositie van vrouwen in vroegmiddeleeuws Bactrië. En voor wie nog niet is uitgelezen: kijk vooral eens naar de 10 blogs van Asghar Seyed-Gohrab over Perzische dichters en filosofen. Hun werk is tot op de dag van vandaag een bron van inspiratie – zelfs voor Brad Pitt.

Irene O’Daly (redacteur 2021-)

Eén van de topstukken van de tentoonstelling ‘Het jaar 1000’ is de Ansfriduscodex. Het is een Evangeliarium – een verzameling van lezingen over het leven van Jezus Christus gerangschikt zoals die in de loop van het kerkelijk jaar tijdens de mis werden voorgelezen. Dit manuscript is op basis van het schrift (Karolingische minuskel) en de versiering afkomstig van het klooster van St. Gallen in Zwitserland en het dateert uit de tweede helft van de tiende eeuw. Het bevindt zich nu in de collectie van het Catharijneconvent in Utrecht (ABM h 2) en is feitelijk al meer dan 1000 jaar met die stad verbonden. Een van de meest opvallende aspecten van de Ansfriduscodex is zijn rijk versierde band.

Voorkant van de Ansfriduscodex. Collectie en foto: Museum Catharijneconvent, Utrecht (inventarisnummer: ABM h2)

De voorkant van de band (die uit de 13de-15de eeuw stamt) is van goud, bezaaid met halfedelstenen. Maar de achterkant van het boek zit nog in een 11de-eeuwse zilveren band en dat informeert ons over zijn band met Utrecht. Hier vinden we een plaquette met een afbeelding van Ansfridus, bisschop van Utrecht van 995-1010, omgeven door de woorden: ORNATU LAPIDUM RUTILANS AUROQUE POLITUM / PRAESULIS ANSFRIDI MARTINO MUNUS OBIVI: ‘Versierd met fonkelende edelstenen en schitterend goud, ben ik [het boek] een geschenk van bisschop Ansfridus aan Martinus’. Met deze woorden vertelt dit boek ons ​​een deel van zijn verhaal: sprekend met zijn eigen stem beschrijft het zijn met juwelen getooide vorm en zijn status als kostbaar geschenk van de bisschop aan de kathedraal van Utrecht (en zijn beschermheilige, Martinus).

Achterkant van de Ansfridiuscodex. Collectie en foto: Museum Catharijneconvent, Utrecht (inventarisnummer: ABM h2)


F 99r F 99r
F.99r van de Ansfridiuscodex. Collectie en foto: Museum Catharijneconvent, Utrecht (inventarisnummer: ABM h2)

Als alle boeken maar konden spreken... maar zoals veel van de posts op de Leiden Medievalists Blog laten zien, is het reconstrueren van de geschiedenis van verschillende handschriften vaak een ingewikkelde taak. Omdat sommige handschriften slechts in fragmenten bewaard zijn gebleven, kunnen de motivaties van de producenten en gebruikers van handschriften moeilijk te achterhalen zijn. Soms kunnen we echter sporen vinden van de manier waarop scribenten te werk gingen, variërend van uitgebreide pennenproeven tot wijzigingen die ze aanbrachten in de teksten die ze overschreven. Soms lieten gebruikers van de boeken hun sporen achter: tekeningen, commentaren, of andere aanvullingen. Soms vinden we aantekeningen in een boek die ons laten weten waar het tijdens de Middeleeuwen werd bewaard. Zoals uit onze blogposts blijkt, zijn wetenschappers hier in Leiden altijd op zoek naar nieuwe manieren om het middeleeuwse boek te bestuderen en het zijn stem te laten horen: of dat nu is door experimenten met geautomatiseerde teksttranscripties, nieuwe beeldtechnieken, of projecten die ambitieuze studies maken van vele handschriften en gedrukte boeken. Veel van deze nieuwe invalshoeken zijn mogelijk gemaakt door de vrijgevigheid van bibliotheken (waaronder de Universitaire Bibliotheken Leiden) bij het gratis online beschikbaar stellen van hun collecties, een ontwikkeling die hopelijk zal leiden tot meer aandacht – zowel van wetenschappers als van het publiek – voor middeleeuwse handschriften.

U kunt hier volledig door de inhoud (inclusief afbeeldingen van de prachtige band) van de Ansfriduscodex bladeren.

Thijs Porck (mede-oprichter; redacteur 2017-): Schild van elandgewei

Schild van elandgewei. Collectie en foto: Rijksmuseum, Amsterdam (inventarisnummer: BK-16990)

Dit gedecoreerde elandgewei is in bruikleen van het Rijksmuseum. Het komt oorspronkelijk uit de verzameling van een 19e-eeuwse Franse patissier Philippe-Antoine Paguet (1768–1854), die beweerde dat dit gewei aan het plafond had gehangen van de grafkapel van Lodewijk de Vrome (778-840) in Metz. In aanloop naar de Franse Revolutie zou dit gewei, samen met andere relikwieën, uit de kerk gesmokkeld zijn en zo was het in handen gekomen van de privé verzamelaar. Of dit verhaal helemaal klopt en of dit inderdaad ‘het schild van Karel de Grote’ (vader van Lodewijk de Vrome) betreft, is moeilijk vast te stellen (De Hond & Scholten 2013). Dat laatste klopt sowieso niet: het gewei zelf stamt uit de 11e eeuw. Maar het is een prachtig kunstwerk en valt op door de mooie versiering langs de rand en bij de uiteinden van het gewei: een prominente leeuwenkop, inelkaar verstrengelde slangen, vogels tussen wijnranken en een grifioen die een leeuw in z’n staart bijt. In totaal zijn meer dan dertig dieren op afgebeeld: 18 vogels, 2 griffioenen, 4 slangen en 8 leeuwen. Met deze 3D reconstructie van Atelier Willem Noyons kun je digitaal om het gewei heen vliegen en al deze details bekijken.

Details van het elandgewei. Bron: Atelier Willem Noyons.

Waar het wemelt van de beesten op dit 11e-eeuwse gewei, is het in de meer dan 160 bijdragen op het Leiden Medievalists Blog nog best zoeken naar bijdragen waarin dieren, en niet mensen, centraal staan. In een aantal gevallen is de aanwezigheid van dieren letterlijk marginaal, zoals bij de bijdragen over een pennenproef uit het gedicht Van den vos Reynaerde en tekeningen van Roodkapje en de wolf in de marges van een handschrift. In andere bijdragen staan de dieren duidelijk in dienst van de mens, zoals de mechanische nepvogels in 9e-eeuw Baghdad en de struisvogel van wiens uitwerpselen zwaarden werden gesmeden, óf zijn ze de mens juist tot last, zoals de kat die over een handschrift heen plaste. In die laatste categorie vallen ook de twee bijdragen die handelen over wormen: wormen als ziekteveroorzakers en wormen als symbool voor zondigheid en morele corruptie. Komen de meeste dieren er bekaaid af bij de Leidse mediëvisten op dit blog, één dier krijgt ruimschoots de aandacht die het verdient: het middeleeuwse varken. Bijdragen handelen over geluksvarkens, spreekwoordelijke varkens, toekomstvoorspellende varkens, toponymische varkens, spelvarkens, onreälistische videogamevarkens, brandende varkens, heraldische varkens, berijdbare varkens, geneeskrachtige varkens (Pig Pharma), koninklijke varkens, moordlustige varkens, wondervarkens en geile varkens die doedelzak spelen. Ik wens de lezer veel plezier bij het doorwroeten van al deze beestenblogs!

Bibliografie:

Jan de Hond & Frits Scholten, "The elk antler from the funerary chapel of Louis the Pious in Metz", The Burlington magazine 155(2013): 372-380

© Leiden Medievalists Blog, 2023. Unauthorised use and/or duplication of this material without express and written permission from this site’s author and/or owner is strictly prohibited. Excerpts and links may be used, provided that full and clear credit is given to Leiden Medievalists Blog with appropriate and specific direction to the original content.